Onderwijsdagen 2009 – Digitaal Toetsen


Digitaal Toetsen is ‘hot’ en mede om die reden was de zaal voor deze  verdiepingssessie al snel vol. Helaas moest een aantal bezoekers de  ruimte weer verlaten omdat zij zich niet via de voorinschrijving  hadden aangemeld.
Silvester Draaier (VU) verzorgde een interactieve sessie waarin hij  met de aanwezigen het hele proces wilde doorlopen: Van idee naar  realisatie met alle bergen en dalen die men op die route tegenkomt.

Op basis van ervaringen bij de VU werden een aantal uitspraken en  stellingen gepresenteerd. Bij elke stelling was er 1 à 2 minuten de  tijd om met de buurman/-vrouw van gedachten te wisselen.
Het onderwijscentrum van de VU heeft te maken met jaarlijks zo’n  1300 tentames. De toetsen zijn afkomstig uit/gemaakt in Blackboard, Respondus en Question Mark Perception.

The do’s and don’ts
Starten met digitaal toetsen is eerst bepalen hoe groots men het aan  wil pakken: ‘large, middle of  small scale’. In alle gevallen  zal men expertise bijeen moeten brengen, verantwoordelijken moeten  benoemen en een projectplanning maken.
De stellingen en uitspraken waren voor velen herkenbaar. Immers, hoe  vaak wordt er niet een pilot gestart op een testserver? Na korte  discussie in tweetallen bleek dit vaak voor te komen. Echter, het is  valkuil nummer 1 volgens Silvester: testservers bieden soms te  weinig performance en bij opschaling ontstaan er dan problemen.
Valkuil nummer 2: ontbreken van een fall-back procedure: wat doe je, als er een technisch probleem is tijdens het afnemen van de toets? Het  is dan altijd handig een papieren versie achter de hand te hebben.  (Een fall-back procedure gaat uiteraard verder dan een terugval naar  papier: er kan ook met een schaduwserver of een backup gewerkt  worden).

De zwakste schakel bepaalt het succes
Het succes van digitaal toetsen is van een groot aantal factoren  afhankelijk. Het is niet alleen de techniek die (aan het einde van  de rit) bepalend is, maar meer nog het ambitieniveau en de  organisatie:
•    Random toetsen genereren impliceert een grote itembank. Een grote  itembank impliceert dat inrichting, zoekmogelijkheden (metadata!) en  beheerstructuur op orde zijn.
•    Toetsuitslagen direct publiceren impliceert dat toetsen en vragen  correct zijn (toetsanalyse!) en dat de cesuur niet (naar beneden) aangepast kan  worden.
•    Adaptief toetsen is mogelijk als de software dit technisch mogelijk  maakt. Bovendien is het creëren van een workflow binnen een toets een  tijdrovende bezigheid die inhoudelijke kennis van de software én de  inhoud vereist.
•    Valide toetsen samenstellen en vraagitems  aanmaken is mogelijk als  er duidelijke afspraken zijn wie waarvoor verantwoordelijk is.
•    Van elke toets moet vooraf een toetsmatrijs gemaakt zijn.

Kwaliteit en rendement

Digitaal toetsen wordt regelmatig gekoppeld aan kwaliteitsverhoging  en rendementverbetering. Echter, over welke kwaliteit praten we dan  en van wie of wat wordt de kwaliteit verhoogd? Als men dit niet  vooraf definieert, is achteraf lastig aan te geven wat men bereikt  heeft.

Bij het afsluiten van de workshop was nog een -lange- lijst van  punten waarover geen tijd voor discussie meer was zoals: welke  benadering kies je voor implementatie (topdown? bottomup?); hoe zit  het met de financiën? Is digitaal toetsen wel echt tijdsbesparend? Is er voldoende computercapaciteit? etc etc.
De workshop zette alle ins and outs op een rij en daarmee was  wederom duidelijk dat digitaal toetsen een onderwerp is dat nog lang  op de agenda’s zal blijven staan

Plaats een reactie